De NBA en de SRA hebben samen met de NOAB en het Register Belastingadviseurs (RB) een brief geschreven aan minister Koolmees (SZW). Daarin doen ze voorstellen om om de administratieve lasten rond de vaststelling van de NOW-regeling en meer specifiek de derdenverklaring te verlichten.

In de brief benoemend de koepels drie mogelijkheden die de belasting voor de opsteller van de derdenverklaring moeten versoepelen. Het gaat ten eerste om het beperken van de werkzaamheden wanneer de administratie in zijn geheel door de deskundige derde wordt gevoerd vanaf 1 januari 2019. ‘In de situatie dat de deskundige derde de gehele administratie voert en alleen het proces van de aanvraag tot vaststelling hoeft te begeleiden en geen aanvullende werkzaamheden voor de derdenverklaring hoeft uit te voeren, kan het tijdsbeslag worden beperkt tot gemiddeld 2 uren met een gemiddeld tarief van € 125 excl. btw per uur. De koepels steunen dit voorstel. Het vierogen-principe is hiermee ruim voldoende geborgd.’

Zuivere derdenverklaring

Ten tweede kan er worden gewerkt met een eenvoudiger ‘zuivere derdenverklaring’: ‘In dit voorstel kan worden volstaan met een professioneel kritisch gesprek met verslaglegging. Het tijdsbeslag kan dan worden beperkt tot gemiddeld 5 uren met een gemiddeld tarief van € 125 excl. btw per uur. De koepels steunen dit voorstel om met een eenvoudigere ‘zuivere derdenverklaring’ te werken en daarmee het ministerie van SZW toch meer comfort te geven bij bedragen onder de € 125.000. Inmiddels zijn echter wel al werkzaamheden verricht voor de eerste en tweede tranche. Hierop kan door alle partijen worden gesteund. De koepels steunen dus het voorstel om vanaf heden over te gaan op een ‘zuivere derdenverklaring’ niet zijnde een rapport van feitelijke bevindingen.’

Drempelbedrag generiek verhogen

Een derde voorstel is ingebracht door het ministerie en behelst een verhoging van het drempelbedrag voor een benodigde derdenverklaring tot ongeveer € 60.000. Daaronder is geen derdenverklaring meer vereist. ‘Ophogen van de grens is uiteindelijk aan de gebruiker van de verklaring. De koepels achten het maatschappelijk niet verantwoord om de relatief grote massa aan kleine bedragen niet door een derde deskundige te laten beoordelen bij een cumulatie van tranches gezien de risico’s die wij zien. Vijf tranches van € 50.000 komt bij elkaar opgeteld ruim boven de grens van het uniform subsidiekader van € 125.000. En in de situatie dat de ADR/UVB extra toetsende werkzaamheden gaat uitvoeren, verwachten wij dat het beantwoorden van de vragenbrieven net zoveel, zo niet meer, tijd in beslag zal nemen als in de huidige situatie benodigd is.’

Hardheidsclausule

Tot slot willen de koepels dat er een hardheidsclausule wordt toegevoegd aan de regeling en dat bij de werkmaatschappijregeling hetzelfde verklaringenregime wordt toegepast als bij de concernregeling, ‘onder eventuele toevoeging van extra werkzaamheden om het verschuivingsgevaar tussen entiteiten uit de groep te adresseren bij de werkzaamheden voor de overige verklaringen’.

Bron: Accountancy Vanmorgen d.d. 17-5-2021